Wat ik van het Nederlands Elftal niet ga missen…

Mensen gedragen zich als beesten’

‘Heel de kamer werd gevuld met zwarte, vieze beestjes’

‘Naomi en ik praten nog steeds over Pan Blanco con Eiersalade’

De afgelopen jaren heb ik met Oranje enorm mooie momenten beleefd. Toernooien, trainingen en trips die ik nooit meer zal vergeten. Toch was het niet altijd rozengeur en maneschijn. Daarom eens een lijstje met dingen die ik niet ga missen!

1. Kippenhok in het vliegtuig

Ik heb geen vliegangst en ik vind het heerlijk om onderweg te zijn. Maar waar ik absoluut niet tegen kan, zijn mensen die na het landen direct opstaan. Ik snap nog enigszins dat mensen die aan het gangpad zitten snel opstaan. Maar passagiers aan het raam? Nee, dat niet. In plaats van dat zij rustig 5 minuten wachten, wordt het vliegtuig één groot kippenhok en gedragen mensen zich als beesten. Ik heb er overigens nooit iets van gezegd, maar bleef er altijd vol verbazing naar kijken.

2. Onnodig links rijden en files

Automobilisten die onnodig links rijden: ik stoorde en stoor me er nog steeds aan. Ik heb heel wat uren in de auto gezeten om naar de trainingen van Oranje te komen en dus ook vaak achter linksrijders gezeten. Ik ben niet iemand die met haar lampen gaat knipperen om erlangs te mogen, maar mijn handen jeukten soms het wel te doen.

Wat ik ook zeker niet ga missen, zijn alle files waarin ik heb gestaan. En vooral de files die zo lang duren en je zo erg naar de wc moet en nergens een tankstation te bekennen is. Ik heb er regelmatig heel lang over gedaan om na een dubbeltraining terug te gaan van Amsterdam naar Den Bosch. Er was wel één voordeel van in de file staan: ik kon mensen bellen die ik nog moest spreken. Of interviews geven.

3. Smerige hotelkamers

In alle jaren met Oranje heb ik veel hotelkamers gezien. Vaak waren ze helemaal in orde, maar ik heb ook wat minder positieve ervaringen. In 2013 lag ik met Lidewij Welten op een kamer tijdens de HWL in Tucumán. We waren aan het slapen, toen we op een gegeven moment beestjes voelden. Toen we het licht aandeden, zat de kamer vol met zwarte vliegjes. We belden direct de receptie. De hotelmedeweker trok vervolgens het aircoluik open en heel de kamer werd gevuld met zwarte, vieze beestjes. Zo smerig! We zijn snel verkast naar een suite. Na 2 dagen mochten we terug naar de kamer, die compleet was gereinigd door een bestrijdingsteam.

Ik ga ook niet de rommel missen die ik altijd in hotelkamers maakte. In mijn huis kan ik dit slecht verdragen en moet alles netjes zijn. Ga ik eenmaal op vakantie, dan ontploft mijn tas. Ik heb 2 kamergenootjes gehad die precies hetzelfde waren als ik: Marilyn Agliotti en Margot van Geffen. Binnen 1 dag was onze kamer altijd ontploft. In de twee jaar dat ik met Kim Lammersop de kamer lag, van 2012 tot 2014, ben ik een beetje opgevoed. Zij kon niet tegen rommel. En mijn carrière heb ik ook netjes afgesloten. In die weken dat ik in Rio zat, hebben Margot en ik onze kamer in orde gehouden. Dat kon ook niet anders, we zaten in een best kleine kamer…

4. Eenzijdig eten

Het eten tijdens toernooien was niet altijd heel denderend, met name in landen als Argentinië. De eerste twee dagen was het buffet nog uitgebreid. Maar hoe langer we in het hotel verbleven, hoe slechter het werd. Het was vaak enorm eenzijdig. Tijdens het WK met Jong Oranje in 2005 in Chili was het heel erg. We kregen rauwe kip en halfgekookte aardappelen. Ook tijdens de Champions Trophy in het Argentijnse Quilmes in 2007 was het niet denderend. Ik praat nog steeds met Naomi van As over onze Pan Blanco con Eiersalade. Op een gegeven moment wisten we namelijk niet meer wát we moesten eten, dus maakten we maar onze eigen eiersalade met eieren, boter en zout. We hebben het hele toernooi geteerd op wittebroodjes met eiersalade…

5. Het gezang van El en Bami (geintje)

El en Bami (Ellen Hoog en Naomi van As) maakten altijd overal een liedje van. Toen ze in 2004 bij Oranje kwamen, zijn ze begonnen met het schrijven van een eigen liedje. Elk toernooi kwam er een couplet bij en inmiddels duurt het lied 6-7 minuten. Ze hebben het ook weet ik niet hoe vaak voor me gezongen. Lag ik tijdens de HWL in Brasschaat op de pijnbank bij de fysio en kwamen ze weer hun zangkunsten vertonen. Lekker vals ook, maar enorm grappig. Ze zijn een echte Jut & Jul.

6. Volgens een planning leven

Voor een topsporter is het leven volgens een strak programma niet altijd even leuk. Tenminste, dat vond ik. Je wist precies wanneer je moest opstaan, ontbijten of trainen. Met Kim heb ik er vaak over gegrapt, hoe we als schapen achter iedereen aanliepen. “Onze hersens worden afgestompt”, zeiden we dan. Ik ben bovendien ook een ochtendmens, dus soms lag ik met enorme honger te wachten op het moment dat we mochten ontbijten. Natuurlijk is zo’n schema ook handig en kon ik mezelf hierdoor volledig focussen op het hockey. Maar ik was toch altijd blij wanneer ik weer thuis was en mijn eigen ding kon doen.